
Van een moestuin heb je een groot deel van de zomer plezier. Maar zo rond oktober tot november is het toch wel weer afgelopen met de meeste groenten. Volgend jaar kun je er pas weer mee verder. Toch kun je nog wel een aantal dingen doen in de tussentijd.
Zorg voor bescherming
Voor een moestuin is een luchtige, vruchtbare en soepele grond van belang. Een koude winter met regen, sneeuw en vorst kan dit flink aantasten en kapot maken. Zorg daarom dat je een soort jasje aanbrengt aan jouw moestuin. Je kunt de grond bedekken met een flinke laag compost, stalmest of afgevallen bladeren. Deze laag moet ongeveer 10 cm dik zijn voor de grond waar je koolgewassen en vruchten verbouwt, en zo’n 5 cm voor de gewassen die zich dieper in de grond wortelen. Door stalmest nu al te gebruiken, kan het de hele winter lang verteren, waardoor het niet té sterk is wanneer je weer dingen gaat planten. Zo’n goede bodemlaag is niet alleen handig voor bescherming, maar dient ook als een vochtregulator, een verstikking voor ongewenste onkruidzaden en een kweek van nuttige insecten. Een tuinkas kan ook oplossing bieden tijdens de winter.
Ruim de tuin op
Tijdens de warme maanden kan de moestuin rommelig en vol raken, omdat je er zoveel in bezig bent en omdat je allerlei dingen nodig zult hebben. Aangezien je in de winter naast de bescherming niet zoveel meer kunt betekenen voor je gewassen, is het dus een perfecte tijd om de tuin even goed op te ruimen. Kijk dan vooral naar dode of zieke en beschimmelde plantenresten en ruim deze grondig op. Als je deze te lang laat staan, kunnen ze de gewassen van het jaar daarna nog aantasten. Planten- en bloemenresten die uitgebloeid en droog zijn maar niet ziek of dood kun je laten staan, vogels kunnen hier baat bij hebben tijdens de wintermaanden. Het geeft een fijn en voldaan gevoel om in de lente weer in een schone ‘nieuwe’ moestuin te beginnen.
Laat een reactie achter